Lisboa is perfect voor een city-trip, maar blijf je er langer dan een paar dagen, wil je misschien ook wel even weg uit de drukte. Dan biedt de N6 kustweg (of het eraan parallel lopende treinspoor) de ideale route. Trek westwaarts vanaf Cais do Sodré en je ervaart al snel het Europese, Atlantische equivalent van de beroemde en spectaculaire Highway 1 die je vanuit Los Angeles, langs de Pacific, richting San Francisco voert.
Voor de weg zich helemaal opent richting oceaan, voert een brede Avenida je eerst nog langs de hippe wijk Santos en de havenzone. Misschien wat snel om al te stoppen voor een hapje en een drankje maar houdt toch maar Comida Independente in het achterhoofd voor wanneer je terug in de stad bent. Na een wandeling door de gezellige straten van de wijk en misschien een bezoek aan het Museum voor oude kunst - alleen al voor één van de triptieken van Jheronimus Bosch de moeite waard - eet je bij Comida in een luchtig kader kleine gerechtjes begeleid door een goed glas natuurlijk gemaakte wijn. Het aanbod per glas en per fles mag er zijn.
Even verderop kom je bij een klassieker waar je ondanks de toeristische drukte niet aan voorbij kan. Pastéis de Belém maakt al sinds 1837 het beroemdste gebakje van Portugal. En ook al loopt de productie in de drukke zomermaanden soms op tot 40.000 (!) stuks per dag, de kwaliteit blijft onovertroffen. De juiste krokantheid van het koekje en de smeuïgheid van de crème erin heb ik in 25 jaar Portugal niemand beter weten combineren.
Voorbij Belém mondt de Tejo uit in de oceaan en het uitzicht wordt weidser. Je rijdt al snel Carcavelos binnen. Die naam zal bij wijnliefhebbers misschien een belletje doen rinkelen. Het is inderdaad een kleine appellatie die in het verleden geroemd werd voor z’n versterkte wijnen, een beetje zoals porto, maar dan minder zoet door de Atlantische invloed. Door de urbanisatie van Lisboa gingen de meeste wijngaarden verloren maar het gemeentebestuur wist uiteindelijk 9ha te vrijwaren. Recent kwamen de eerste flessen van een nieuwe generatie Carcavelos op de markt. Voor onze smaak mag het allemaal nog wat droger, maar de kwaliteit is zeker goed. Bij een bezoek compenseert het kader alvast ruimschoots. De wijnen worden gemaakt in het oude paleis van de Marquês de Pombal en in de verte heb je bij het proeven zicht op zee. Op de website van Villa Oeiras kan je een bezoek aanvragen.
Volgende halte is Estoril. Daar doen de statige villa’s en de grandeur van het Palace Hotel terugdenken aan de tijd dat koningen er onderdoken voor het geweld van de tweede wereldoorlog. Dat het lokale casino later ook een ontmoetingsplaats voor spionnen zou zijn geweest, inspireerde Ian Fleming tot het schrijven van Casino Royale.
Helemaal mondain wordt het gevoel als je Cascais binnenrijdt, voor wie met de trein gekomen is meteen ook de terminus. Maar het mooiste moet dan nog komen, dus een ander vervoermiddel dringt zich op. Fietsen is absoluut een aanrader voor wie met de wind overweg kan en anders Ubers genoeg. Het gezellige centrum en strand van Cascais gaat via de jachthaven geleidelijk over in een ruwere kuststrook met kliffen. Wat dan volgt laat weinigen onberoerd. Bij marketeers is de omgeving al jaren populair om nieuwe automodellen te introduceren met een achtergrond die doet dromen over vrijheid.
Een lunch met de betere vis dringt zich stilaan op. Wie gaat voor een terras met oceaanzicht stopt bij Furnas do Guincho of Monte Mar. Ga je resoluut voor kwaliteit dan rond je de kaap van Guincho en kies je voor Porto Santa Maria, topvis maar geen terras. In het glas dringt zich sowieso een mooie Alvarinho op, de ideale verfrissing en prima begeleiding bij een stuk gegrilde vis. In de genoemde restaurants vind je telkens de betere flessen van producenten als Soalheiro en Anselmo Mendes op de kaart. Bij alle drie is tijdig reserveren aanbevolen.
Na de maaltijd leidt de N247 je noordwaarts de heuvels van Sintra in. De vergezichten zijn er adembenemend en daarna zorgen de bossen voor verkoeling op warme dagen. Het hele bos is een natuurgebied dat geoefende wandelaars een tijdje zoet houdt. Ook een wandeling over de kliffen vanaf Cabo da Roca, het meest westelijke punt van het Portugese vasteland, is een aanrader. Wie de moed heeft om flink te klimmen en te dalen kan zo helemaal naar het mooie strand van Adraga stappen.
Liever wat rusten na de lunch, overweeg dan het Praia Grande in Colares. Hier zie je niet zoveel toeristen omdat er al eens wat mist kan hangen maar de plek heeft karakter en de surfers in de zee zorgen voor spektakel.
Heb je genoeg tijd, overweeg dan zeker 1 of 2 overnachtingen in de buurt. Het Arribas Sintra Hotel is daarvoor uitermate geschikt. Het is niet het chiqueste hotel ter wereld maar het heeft een leuke retro-feel, een nooit vervelend zicht op de oceaan in elke kamer én een Ocean Pool van maar liefst 100 meter lang. Neem je je tienerkinderen er mee naartoe, geraak je er nog moeilijk weg.
In de late namiddag is het dan tijd om richting Azenhas do Mar te trekken. Je kunt er heerlijk vertoeven aan het getijdenzwembad alvorens te diner bij Restaurant Azenhas do Mar (waar je absoluut op voorhand moet reserveren).
sunset @ Azenhas do Mar
Terug naar Lisboa ga je via Colares. Dit dorp heeft bij wijnliefhebbers een cultstatus en wel omdat de gelijknamige wijn van uitzonderlijke kwaliteit kan zijn. Ik zeg wel bewust ‘kan’ want helaas bepaalde de lokale commissie destijds dat enkel de coöperatieve in het dorp het recht had om druiven te verwerken tot wijn waarna privébedrijven de jonge wijn wel konden opkopen, rijpen in hun kelders en onder hun naam op de markt brengen.
Omdat kwaliteit in een coöperatieve niet altijd het belangrijkste criterium is, kon dat dus ook wel eens flink tegenvallen temeer omdat de groeiomstandigheden in de regio nogal uitdagend zijn.
Maar, als het goed was, dan was het ook heel goed. De wijnstokken staan in Colares geplant in het duinzand op soms maar enkele honderden meters van de kust. Meer Atlantisch worden de omstandigheden dus niet. Dat kan in de beste jaren resulteren in wijnen die na een lange flesrijping een fantastische complexiteit in het glas tentoonspreiden.
Het bewaarpotentieel van de beste Colares is schier eindeloos. Exemplaren uit de jaren 1950 en 1960 tonen zich vandaag van hun beste kant. Dat heeft alles te maken met de hoge zuurgraad die de wijnen hebben door de koele groeiomstandigheden. Daardoor is een rijping van 10 jaar of meer haast een minimumvereiste.
Van Colares kom je zo in Sintra. Trek hier zeker genoeg tijd uit voor een tocht langs de paleizen die er her en der in de beboste heuvels verborgen liggen. Het bekendst en nogal druk bezochte is natuurlijk het kleurrijke Palácio Nacional da Pena dat je vaak al vanuit het vliegtuig ziet liggen bij aankomst in Lisboa. Maar meer westelijk liggen er veel rustiger paleizen en quintas die evenzeer de moeite zijn.
Tot slot kan je halverwege Lisboa nog even halt houden bij het Palácio de Queluz en de restanten van het Antigo Canal. Zo ken je meteen ook de oorsprong van het imposante aquaduct waar je op de ringweg rond Lisboa niet naast kan kijken. Het aquaduct diende in de 18de eeuw voor aanvoer van drinkwater omdat de stad Lisboa zelf geen waterbronnen had.
En na zo’n pittige uitstap heb je wel een goed glas wijn verdiend, bij Black Sheep aan het Praça das Flores bijvoorbeeld. Daar vind je tal van wijnen uit het kustgebied van Lisboa en uiteraard kunnen wij ze je ook bezorgen.